Onze leerlingen hadden na de paasvakantie precies nog een extra dagje vakantie, want op de eerste dag na de vakantie, dinsdag dus, viel voor hen de Talen- of Wetenschapsdag. 1, 3 en 5 verdiepten zich extra in verschillende talen, 2, 4 en 6 kregen een hele dag extra wetenschappen voorgeschoteld. Het verslag van de talendag kon u al snel lezen, vandaag krijgt u wat meer over die Wetenschapsdag.
In het tweede jaar werkten de zeven klassen met een doorschuifsysteem, zodat ze elk zeven activiteiten hadden. Met mevrouw Martens maakten ze energiekettingen, die ze dan filmden, evalueerden en waarover ze reflecteerden. Mevrouw Christiaens gaf een antwoord op alle vragen over seksualiteit die ze al al altijd wilden weten maar nooit durfden stellen. Mijnheer Caluwaerts gaf hen een initiatie in Arduino, de dames De Smedt en Plovier leerden hen hoe ze dieren en planten correct moesten natekenen. Mevrouw Van Heghe bracht hen dan weer alles bij over de oerknal. Oriënteren kan je leren, en wel bij mevrouw Van Cauwenberghe, en mijnheer Van de Rostyne bouwde met hen een raket met chemische aandrijving.
Het vierde jaar werkte rond vier thema’s, zijnde evolutie, seksualiteit, natuurverschijnselen en Fibonacci. Vooreerst was er een sessie waarbij er een seksuologe, Tineke Seys, kwam praten over, uiteraard, seks. Hierbij beantwoordde ze vragen die vooraf werden ingediend door de leerlingen. Tijdens dat uur, van 9 tot 10, gaven mijnheer Vercruysse en Mevrouw Everaert een opdracht over Sensoa aan de andere groep. Het uur nadien werd er gewisseld van groep. Nadien ging het als volgt: men kon kiezen uit techniek bij mijnheer Ferket, motoriek met mevrouw Vanlommel en mevrouw Everaert, of mutaties bij mijnheer Vercruysse. Daarnaast moest iedereen gedurende 2 lesuren een sessie volgen over de rij van Fibonacci. Daarbij gaf mijnheer Van Poeck de sessie aan de leerlingen die basis 4 uur wiskunde in hun pakket hebben; mijnheer De Vriese – die dit stukje verslag schreef – mocht het dan weer uitleggen aan de richtingen die gekozen hebben voor 5 uur wiskunde. Dit gebeurde het 4 en 5de lesuur; vervolgens in de namiddag het A- en het B-uur.
Nog iets meer over Fibonacci: deze man leefde in de 12de en de 13de eeuw en kwam op een simpele manier (hij startte met 1 paar konijnen en stelde zich de vraag hoeveel paren konijnen er zullen zijn op het einde van elke maand) tot de volgende rij getallen: 1,1,2,3,5,8,13,… U raadt het al: we starten met de getallen 1 en 1; nadien is elk getal gelijk aan de som van de 2 voorgaande. Blijkbaar treffen we deze getallen vaak aan in de natuur (aantal spiralen bij een zonnebloem, aantal blaadjes bij een orchidee, …). Bovendien is er een verband tussen deze rij van Fibonacci en de gulden snede; ook hierop werd er dieper ingegaan.
Het zesde jaar mocht zich uitleven in twee escape rooms en een wandeling.
Mijnheer Lösken omschreef die wandeling als volgt: ““Gewapend met een topografische kaart, een gewestplan, een Ferrariskaart en een dosis gezond oriëntatievermogen hebben de leerlingen van het zesde jaar een wandeling gemaakt voor aardrijkskunde. Deze wandeling bracht ons doorheen het landschap van de omgeving van de school en de Oude Kale. Hierbij dienden verschillende opdrachten uitgevoerd te worden aan de hand van een excursiebundel. De wandellus begon en eindigde aan de school en bedroeg iets meer dan 12 km.”
Conclusie: voor herhaling vatbaar!
Alle foto’s van deze dag kan u hier bekijken.
Geef een reactie