Studierichtingen tweede jaar

In het eerste jaar laten we onze leerlingen kennis maken met verschillende interessevelden via de modules, zodat ze een gerichtere keuze kunnen maken voor het tweede jaar.

In het tweede jaar zijn er geen modules meer, maar hebben de leerlingen naast de 25 uren basisvorming de keuze tussen vijf verschillende basisopties, die het hele jaar doorlopen.

Daarnaast is er nog plaats voor twee uren differentiatie.

 

De gekozen basisoptie en differentiatie hebben geen invloed op de studiekeuze naar het derde jaar toe: alle mogelijkheden blijven steeds open voor iedereen, ongeacht wat je in het tweede jaar gekozen hebt. Alleen voor Latijn en Grieks is er in principe een voorafname.

De vijf uren van de basisopties worden als volgt ingevuld:

Daarnaast is er nog plaats voor twee uren differentiatie: al naargelang de gekozen basisoptie kunnen de leerlingen kiezen tussen:

  • 2 uur te nemen uit: een uur cultuur en maatschappij / een plusuur Nederlands / een plusuur wiskunde
  • 2 uur sport
  • 2 uur wetenschappen

 

De keuze die je in het begin maakt, ligt vast voor een volledig schooljaar.
Let wel: alle mogelijkheden naar de tweede graad blijven steeds open voor iedereen, ongeacht wat je in het tweede jaar gekozen hebt.

 

  • ECONOMIE EN ORGANISATIE

In de basisoptie ‘economie en organisatie bestuderen de leerlingen (vertrekkend vanuit hun individuele beleving) het consumentengedrag. Aan de hand van herkenbare situaties uit je eigen vertrouwde leefwereld doen we je er bewust van worden dat je aankoopgedrag beïnvloed wordt door tal van factoren. Je leert dat je voorzichtig moet omgaan met een budget … Daarnaast maak je kennis met een aantal basisbegrippen en basisprincipes in verband met ondernemingen en overheid.

Thema’s die zeker aan bod komen zijn:

  • de economische kringloop
  • consumenten en consumentengedrag
  • ondernemingen en organisaties
  • de overheid en prijsbeïnvloeding door de overheid
  • het buitenland en de prijsbeïnvloeding ervan
  • ondernemerschap
  • KLASSIEKE TALEN

Wil je de interessante aspecten van de klassieke taal en cultuur bestuderen, dan ben je hier aan het goede adres. Je bekijkt hoe de Vesuvius in 79 na Chr. hele steden onder een dikke laag as legde, hoe die steden eruit zagen toen ze opgegraven werden, hoe de Romeinen leefden, hoe hun huizen eruit zagen, hun kledij, hun kapsels, maar ook hoe ze omgingen met slaven en welke wetenschappelijke ontdekkingen ze deden. Je bestudeert niet alleen de taal, maar ook de samenleving en cultuur van de Romeinse oudheid. Alleen kan je de Romeinen niet loskoppelen van de Grieken, en daarom krijg je in het tweede jaar ook een kennismaking met het Grieks. Hierbij leer je natuurlijk het alfabet, maar gaan we vooral in op twee specifieke onderwerpen, namelijk Sport in Hellas en de Griekse helden.

Het besef dat mensen in de klassieke oudheid zich dezelfde vragen stelden als wij, maar dat de antwoorden vaak heel verschillend waren, maakt de klassieke oudheid zowel vertrouwd als vreemd. De confrontatie met wat anders is, verruimt je horizon en hierdoor leer je je eigen, vanzelfsprekend geachte opvattingen en gevoelens in vraag te stellen.

  • MAATSCHAPPIJ EN WELZIJN

In de basisoptie ‘maatschappij en welzijn’ staat het welzijn voor, en van, de mens in de maatschappij, centraal. De leerlingen maken kennis met een aantal basisbegrippen en -technieken om het samenleven, de eigen gezondheid en de eigen lifestyle in de huidige, diverse maatschappelijke context te optimaliseren en in stand te houden.

Je wordt ertoe aangezet om te werken aan een gezonde levensstijl, met aandacht voor lichamelijk, psychisch, sociaal en emotioneel welzijn, gezonde voeding, voldoende lichaamsbeweging … Bovendien leer je via eenvoudige opdrachten en praktische oefeningen hoe je creatief met die welzijnsaspecten kan omgaan en hoe dat je persoonlijke lifestyle beïnvloedt. Als mens leef je in een bepaalde maatschappelijke context. Je leert om te gaan met de anderen en in die omgang elementaire sociale en communicatieve vaardigheden te ontwikkelen. Ook het omgaan met de diversiteit in onze samenleving (in de meest ruime betekenis van het woord) vanuit een respectvolle houding van gelijkwaardigheid, vormt in deze basisoptie een belangrijk aandachtspunt.

  • MODERNE TALEN—WETENSCHAPPEN

Wil je verdiepen in interessante componenten van zowel de moderne talen als de exacte wetenschappen, dan is deze basisoptie geknipt voor jou. Je verkent de samenleving aan de hand van taal: zoveel mensen, zoveel verschillende talen… Waar komen al die verschillen vandaan en waar dienen ze toe? Hoezeer lijken alle talen en culturen op elkaar? Op welke punten vinden de moderne talen en taalvariëteiten elkaar? Hoe verruimen we ons wereldbeeld via fictie? Hoe verbreden we onze woordenschat door meer te lezen? Chillen met een boek in een hoek, vallen voor een film, fijnproeven van de taal van diverse groepen en bekijken wat die taal met ons doet om erbij te horen, ‘kilometers maken’ in het Nederlands, Engels en Frans…

De wetenschappelijke kant van deze basisoptie kan op verschillende manieren uitnodigen om talen in te zetten. Bijten we ons vast in een Engelse wetenschappelijke tekst? En op welke manier is wetenschap ook een ontdekkingstocht in taal?

Door te experimenteren, te observeren, terreinonderzoek uit te voeren, informatie te verwerven en te verwerken leer je ook  om te gaan met wetenschappelijke vaardigheden. Zo kom je tot betrouwbare en verifieerbare verklaringen voor de onderzochte verschijnselen.

  • STEM—WETENSCHAPPEN

‘Doordacht denken en doen met wetenschappen’

Stel  je je wel eens de vraag hoe een natuurfenomeen of een toestel werkt? Experimenteer je graag zelf? Wil je je uitvinding zelf écht maken? Dan zit je goed in de basisoptie STEM-wetenschappen.

Om inspiratie op te doen zal je systemen onderzoeken die je dagelijks tegenkomt. Je gebruikt hiervoor wiskunde en wetenschappen.  In de STEM-wetenschappen leer je je eigen systeem te bedenken (ontwerpen) en je zet daar met overtuiging je creativiteit voor in. Hierbij word je uitgedaagd om zelf te onderzoeken welke keuzes je kan maken (welke grondstoffen, gereedschappen, machines … zal je gebruiken). Je zal je eigen systeem op een veilige en doordachte manier maken.  Met het uittesten en, indien nodig, het verbeteren van je systeem maak je de cirkel rond.

Om de taal van de wetenschappen te leren begrijpen leer je ook handleidingen, plannen, tekeningen … lezen.

Bij STEM-wetenschappen ligt de nadruk eerder op het onderzoeken, maar we gaan het ontwerpen zeker niet uit de weg. Want een echte denker en doener benut al zijn talenten.

Wanneer je kennis hebt gemaakt met al deze mogelijkheden, zal je al een heel ander beeld hebben van alle beroeps- en studiemogelijkheden waarbij je deze talenten kan inzetten. Met deze basisoptie word je uitgenodigd om met je leraren op weg te gaan en je talenten binnen STEM-wetenschappen te ontdekken en verder te ontwikkelen.