De leerlingen van 3 Latijn-wiskunde2 en 3 wetenschappen-talen stonden tijdens de geschiedenisles zelf aan het hoofd van hun eigen middeleeuwse stad. Via een interactief spel namen ze het tegen elkaar op om de grootste en rijkste stad uit te bouwen.
De leerstof kwam op een zeer speelse manier aan bod, maar wat leuk is blijft vaak langer hangen in het achterhoofd.
Of zoals de spelregels van het spel zelf aangeven:
De middeleeuwen is het tijdvak waarin de meeste van de moderne Europese steden
hun oorsprong hebben. De meeste steden begonnen als kleine dorpen die in de loop
van de 12e, 13e en 14e eeuw uitgroeide tot grote metropolen waar meer geld werd
verdiend dan de lokale vorsten in hun geldkist hadden. De steden konden ook steeds
meer rechten kopen en werden daarmee steeds zelfstandiger.
Doel van het spel:
Elke speler is een dorp rond het jaar 1000. Het doel van elke speler is om het dorp uit
te laten groeien tot de grootste stad met de meeste inkomsten. De winnaar is de
speler met de rijkste stad, de tweede plaats is voor de speler met de grootste stad.
Waarde voor geschiedenis:
De speler:
– Maakt kennis met verschillende aspecten die invloed hebben op de opkomst en groei van de
handel in de hoge en late middeleeuwen
– Maakt kennis met verschillende aspecten die invloed hebben op de opkomst en groei van de
steden in de hoge en late middeleeuwen
– Maakt kennis met de spanningen die er tussen de steden en de lokale vorsten (de graaf)
ontstonden.
– Wordt zich bewust van de complexiteit van factoren die de groei en welvaart van een stad
bepalen.
– Maakt kennis met het fenomeen concurrentie, door negatieve aspecten (opstanden, oorlog,
brand, misoogsten) aan medespelers te geven, om de groei en winst in de eigen stad te
kunnen vergroten.
Met dank aan mijnheer De Kerpel voor tekst en beeld.
Geef een reactie