Geschiedenis

Dit is een vak van de basisvorming in elk van de zes jaren.

Geschiedenis in de eerste graad

Tijdens de lessen geschiedenis in de eerste graad worden we als het ware gekatapulteerd naar de eerste menselijke beschavingen. We gebruiken daarvoor het leerwerkboek ‘Sapiens’.
In het eerste jaar bestuderen we het ontstaan van de eerste mensachtigen en de evolutie naar de homo sapiens, waarvan er vandaag de dag meer dan 7 miljard rondlopen op aarde. We bekijken de eerste stroomculturen, zoals die van Mesopotamië en Egypte.
In het tweede jaar focussen we dan op die van het oude Griekenland en Rome. We proberen dit steeds te doen aan de hand van bronnen en teksten, maar ook tijdbalken en kaarten spelen daarbij een belangrijke rol. Zo kunnen we alle kennis die we vergaren ook koppelen aan een bepaalde tijd en ruimte.

 

Geschiedenis in de tweede graad

In de tweede graad worden we iets minder ver weggeslingerd. In het derde jaar leren we over de middeleeuwse boer, die heel goed wist wat zelfstandigheid betekende. Ook zien we de opkomst van de steden en hoe de verschillende standen van de standenmaatschappij in dit plaatje pasten. In het vierde jaar gaan we verder waar we in het derde jaar gebleven zijn, in de vroegmoderne tijd. Daar zijn die standen nog altijd niet weg te denken uit de maatschappij. We bekijken hoe Europese ontdekkingsreizigers hun weg vinden naar nieuwe oorden en welke gevolgen dit heeft voor Europa, maar ook voor de plaatselijke bevolking. Verder zien we dat vele Europese koningen met grootheidswaanzin kampen, en om hun doel te bereiken het geweld niet schuwen. Gelukkig merken we op het einde van het vierde jaar dat de gewone mens het hier niet zomaar bij laat, en zien we enkele revoluties de revue passeren.

Natuurlijk gaan we ook in de tweede graad als een echte historicus op onderzoek om dit alles te ontdekken. We pluizen heel wat bronnen uit en bekijken kaarten en tijdlijnen om ons deze informatie eigen te maken.

In het derde jaar doen we dit – net zoals in de eerste graad – a.d.h.v. ‘Sapiens’; in de tweede graad ontvangen de leerlingen een cursus gemaakt door de vakleerkrachten.

Onderstaande foto’s komen uit een stadszoektocht voor de derdes rond historische gebouwen.

 

Geschiedenis in de derde graad

In de derde graad bestuderen de leerlingen de 19de, 20ste en 21ste eeuw. Het vijfde jaar staat in teken van de maatschappelijke veranderingen uit de 19de eeuw en hun invloed op onze samenleving vandaag.
Nieuwe ideologieën en revoluties passeren de revue. Bekende en minder bekende historische fenomenen worden onder de loep genomen. Denk hierbij aan Napoléon, Mary Wollstonecraft, Otto von Bismark, Edward Anseele of Anastasia.
Het hele jaar verzamelen we doorheen de leerstof metaforische houtblokken die samen het kampvuur van Wereldoorlog I vormen.

In het zesde jaar duiken de leerlingen de 20ste eeuw binnen. De leerstof trekt op gang met de Russische Revolutie en gaat in ijltempo van de beurscrash over ’the roaring twenties’ naar Mussolini en Hitler.
Tijdens de lessen over WO II staan de leerlingen vooral stil bij de menselijke aspecten van de strijd, zowel in België als daarbuiten. Na de intense lessen over de Shoah onderzoeken de leerlingen de macht en onmacht van de VN en EU.
Vervolgens worden de leerlingen heen en weer geslingerd tussen Oost en West in de Koude Oorlog.

Omdat de leerstof zich niet enkel tussen de muren van de klas bevindt, trekken de leerlingen er zowel in het vijfde als in het zesde op uit. De Ieperboog, de Westhoek, de kazerne Dossin en het fort van Breendonk worden bezocht.
Bovendien mogen de leerlingen sinds enkele jaren echt speurneuzen in de archieven van het hof van Assissen van Gent. Deze opdracht in historische kritiek is mogelijk dankzij de samenwerking met het Rijksarchief Gent.

Onderstaande foto’s komen uit het bezoek aan het Rijksarchief in 2020.