Latijn

Dit is een modulevak in het eerste jaar, een vak van de basisoptie Klassieke Talen in het tweede jaar en een richtingspecifiek vak in tweede en derde graad.

 

Latijn in de eerste graad

De module Latijn wordt in twee vormen aangeboden: de klassieke vorm van vier uur per week of een module van twee uur per week, in combinatie met een andere module. Op die manier kan je zowel van het Latijn proeven, als van twee andere interessevelden. Wat je culturele achtergrond ook is,  de module Latijn staat open voor iedereen. De enige vereisten zijn een brede interesse,  een stevige dosis doorzettingsvermogen en een gezonde portie nieuwsgierigheid. De module van 2 uur Latijn per week vormt de basis, in de 4 uur gaan we grondiger in op de grammatica, maken we meer oefeningen en zien we vooral meer verhalen en meer cultuur.

Vanaf het tweede jaar kunnen de leerlingen dan voluit voor het Latijn gaan in de basisoptie Klassieke Talen.  We maken hierbij twee groepen: de leerlingen die uit de twee uur komen, vormen één groep, de leerlingen uit de vier uur een andere groep. Zo kan elke leerling op eigen tempo de leerplandoelstellingen behalen en hebben de leerlingen die uit de vier uur komen, opnieuw meer ruimte voor cultuur en lectuur. In de tweede graad starten alle Latinisten met dezelfde vaardigheden.
Daarnaast wordt er in het tweede jaar ook elke week een uurtje Grieks gegeven als kennismaking.

De module Latijn (4u/2u) heeft twee belangrijke onderdelen: de studie van een taal, het Latijn, en het bestuderen van de Romeinse cultuur en haar verspreiding. Eeuwenlang speelde Latijn een even grote rol als het Engels nu. De Romeinen hebben dan ook een enorme invloed gehad op de ontwikkeling van de Europese beschaving. Daarom is het nog steeds nuttig en interessant om Latijn te leren.

Hoe gaan we te werk in deze module?

– Eerst en vooral is er de taalstudie: met heel toegankelijke, authentieke Latijnse tekstjes leert de leerling deze mooie taal kennen. Al gauw komt het inzicht dat ze anders te werk gaat dan het Nederlands. De Latijnse grammatica traint in logica, laat de student puzzelen met woorden en bevordert intensief het taalinzicht. Wie thuis is in de Latijnse taalstructuur, leert beter en sneller andere talen. De keuze Latijn-4u biedt hiervoor de sterkste start.

– De leerling bouwt een uitgebreide Latijnse woordenschat op en speelt met zinsvormen en woordsoorten. Omdat de Romaanse talen voortkomen uit het Latijn, wordt het voortaan gemakkelijker om Frans, maar ook bijvoorbeeld Spaans of Italiaans te  leren en te onthouden.  Bovendien stammen veel Engelse woorden van het Latijn. Daarnaast is het Nederlands eveneens rijk aan woorden met Latijnse roots: data, info, agenda, consensus, computer, incognito, transfer … Ook voor niet-Romaanse talen is Latijn een goede basis, omdat het inzicht geeft in de structuur van een taal.

– We focussen op de Romeinse en Griekse cultuur. Latijnse verhalen en boeiend beeldmateriaal introduceren de leerling in de wereld van de kunst, architectuur, archeologie en mythologie. Gevarieerde items komen aan bod: ‘Rome verovert en wordt een wereldrijk’, ‘De Romeinse stempel op het Europa in wording’, ‘School(?), vrije tijd en humor bij de Romeinen’, ‘Mythen en fabels’ …

We leggen steeds de link met onze eigen leefwereld en vinden verbanden tussen het heden en het verleden. De wortels van onze westerse cultuur liggen immers in de antieke wereld.

Op het einde van de eerste graad hebben de leerlingen een basisvocabularium verworven, alle grammatica gezien rond de vorming van substantieven, adjectieven en voornaamwoorden, en de actieve vormen van de werkwoorden.

Onderstaande foto’s zijn van de jaarlijkse uitstap naar het Gallo-Romeinse museum in Velzeke.

 

Latijn in de tweede graad

(In afwachting van de nieuwe leerplannen)

In de tweede graad bouwen we verder aan de grammatica die nog niet gezien is in de eerste graad en zoomen we vooral ook in op het gebruik van de werkwoorden en de substantieven, de syntaxis.

Dat doen we aan de hand van de originele teksten van Julius Caesar en van de Metamorphoses van Ovidius. In het vierde jaar spitsen we ons dan toe op de Romeinse politiek met de Samenzwering van Catilina (van Sallustius) en gaan we daarna helemaal de klassieke toer op met Vergilius, meer bepaald zijn Bucolica en Georgica. De tweede graad sluiten we af met de ballingschapsbrieven van Cicero en Ovidius.

Openschooldag 2019

 

Latijn in de derde graad

In de derde graad is alle grammatica en syntaxis gezien. We spitsen ons nu vooral toe op taalgevoel, nuancering en de verdere verdieping van de cultuur…

We beginnen het vijfde jaar met het absolute meesterwerk van de Latijnse literatuur, de Aeneis van Vergilius. Na nieuwjaar gaan we de emotionele toer op met de lyrische dichters zoals Catullus, Propertius, Tibullus, Horatius, Ovidius, maar ook met de Carmina Burana en Johannes Secundus uit de zestiende eeuw. Het jaar afsluiten doen we met Romeins Recht en Romeins drama.

Het zesde jaar heet niet voor niets ook de retorica, en dus gaan we voluit met de speeches van Cicero en de theorie achter een geslaagde redevoering. Na nieuwjaar wijden we ons aan het sarcasme van Tacitus over keizer Nero – na een intermezzo over de satire – en besluiten we de zesjarige Latijnse loopbaan met een overzicht van de antieke filosofie.

In het zesde nemen de leerlingen ook op vrijwillige basis deel aan de Latijnolympiade.