Toen we de Knack van 15 februari doorbladerden, viel mijn oog op een boomlange basketspeler. “Tiens, die ken ik!” Jawel, Omar Thielemans, oudleerling van ons atheneum, stond in de Knack, in verband met een artikel over kinderen als toptalenten, en welke opofferingen je als ouder daarvoor moet of wil maken.
Voor het volledige artikel verwijzen we u graag door naar de Knack van 15 februari, of als abonnee naar Knack.be.
We geven u hier enkel het inzetstuk van vader Thierry Tielemans mee. Tekst is van Ann Peuteman en Jef Van Baelen, de foto’s zijn van Jonas Lampens.
‘BEIDE VOETEN OP DE GROND’
Thierry Thielemans, vader van Omar Thielemans (17), speler basketschool van BC Oostende.
‘OMAR was nog heel jong toen hij begon te dromen van een basketbalcarrière in de Verenigde Staten. Hij had daar veel voor over. Drie keer per week trainde hij na school met Falco Gent en in het weekend had hij altijd wel een wedstrijd. Ook mijn vrije tijd ging daar voor een groot deel aan op, al probeerde ik het binnen de perken te houden, want ik wil al mijn kinderen gelijk behandelen. Vandaar ook dat ik financieel nooit overdreven veel in Omars sport heb geïnvesteerd. Ik kocht degelijke basketschoenen voor hem, maar van die peperdure Amerikaanse stages heeft hij nooit mogen doen. Dat vond ik erover: je weet niet of zo’n jongen daadwerkelijk carrière kan maken in de sport.
Als het aan mij had gelegen, zat hij nu nog gewoon op de schoolbanken in het Atheneum hier in Mariakerke, maar vorig schooljaar heeft hij – zonder dat ik het wist – contact opgenomen met de Oostendse basketschool, die aan eersteklasseclub BC Oostende is verbonden. Binnen de kortste keren kreeg hij een aanbod om bij hen te gaan spelen. Ik heb erover getwijfeld. Was het wel een goed idee om een jongen van amper zeventien van huis weg te laten gaan? Zou hij zijn schoolwerk niet verwaarlozen? Uiteindelijk heb ik hem toch laten gaan. Niet alleen omdat het zijn grote droom is, maar ook omdat van de leerlingen van de basketschool wordt verwacht dat ze ook voor de gewone vakken goede punten behalen.
Ondertussen woont Omar al een half jaar in het baskethome in Oostende. Omdat ik hem niet meer constant naar trainingen hoef te brengen, heb ik meer tijd voor mijn gezin, maar Omar zie ik nu veel minder. Is hij in het weekend thuis, dan wil hij bijslapen. Zijn programma op de basketschool is dan ook loodzwaar: drie baskettrainingen per dag naast de gewone lessen en ’s avonds huiswerk. Ik ben trots op hem omdat hij dat allemaal zo goed weet te combineren. In korte tijd is hij ook een pak zelfstandiger geworden, al blijft hij op veel vlakken nog een echte puber.
Of er een profcarrière in het verschiet ligt, weet ik niet. Onlangs vertelde zijn coach me wel dat hij een groot talent is. Natuurlijk maakt dat me trots, maar ik ben geen vader die zich verliest in de sportcarrière van zijn kind. Al zou ik wel zijn zakelijke belangen willen verdedigen als hij prof wordt. Om hem te beschermen. We moeten allebei realistisch blijven. Omar moet in zichzelf kunnen geloven en ik hoop echt dat zijn droom uitkomt, maar tegelijkertijd wil ik hem met beide voeten op de grond houden. Dat is mijn taak als vader.’
Geef een reactie