Piekfijn uitgedost stonden we met z’n allen tegen een uur of zeven te wachten voor de grote deuren van de Opera van Gent. Binnen enkele ogenblikken zouden we daarbinnen maar liefst drie dansvoorstellingen bijwonen.
Nadat iedereen zijn plaats had gevonden, gingen om acht uur stipt de zaallichten uit. Vanaf het moment dat het doek open ging, werd het hele publiek meegezogen in een emotioneel en indrukwekkend sprookje. L’oiseau de feu, een choreografie van Sidi Larbi Cherkaoui, was de dans waarmee alles begon. Een simpel, maar toch intrigerend decor, elegante en sensuele bewegingen en daarbovenop mooie live-muziek zorgden voor een spectaculaire opening van de avond. Na een beetje opzoekwerk achteraf ben ik er achter gekomen dat het een verhaal was over “de kracht van de mens om als een feniks uit zijn as te herrijzen” (vandaar dus de titel: L’oiseau de feu). Na deze eerste, spetterende performance was er een pauze waarin we met z’n allen even weer op adem kwamen en op zoek gingen naar het verhaal achter de bewegingen.
Lichter werd de avond er niet op, want de tweede dansvoorstelling was veel korter, maar voor mij ook veel zwaarder. Ten Duets on a Theme of Rescue van Crystal Pite was een choreografie gebracht door slechts vijf dansers. Er was geen decor, alleen een halve cirkel bestaande uit spots. Er was geen orkest, enkel een soort schril gepiep en er waren ook geen kostuums. Waar we in de eerste, klassiekere balletvoorstelling naar een gereproduceerd sprookje keken, zagen we nu echte mensen. De vloeiende, technisch zeer indrukwekkende bewegingen waren een weerspiegeling van emoties. Er was ook geen sprake van “de solisten” en “het ensemble”, maar elke danser was evenwaardig. De artiesten gebruikten niet alleen hun lichaam, maar ook hun gezicht om een verhaal te vertellen. Een verhaal dat hen heel dichtbij het hart leek te liggen. Ook hiervoor heb ik me achteraf even gericht tot mijn goede vriend Google en deze vertelde me dat de choreografie ging over het concept “redding”. Na deze toch wel intense voorstelling konden we weer even nabespreken tijdens de tweede en laatste pauze.
Met hoge verwachtingen lieten we ons een half uur later weer in de roodfluwelen zitjes zakken. De derde en laatste voorstelling van de avond, The heart of August van choreograaf Edouard Lock, vertelde met een indrukwekkend lichtspel het klassieke verhaal van Orpheus en Eurydice, maar dan uit het perspectief van het meisje. Toegegeven, ook voor deze verklaring heb ik me tot het internet moeten richten. De bewegingen van de dansers waren heel snel en de hele performance lang gaven zij zich met ongelooflijk veel energie over aan elke beweging. Ook zaten de muzikanten zelf op het podium, wat het geheel nét iets extra’s gaf. Over deze vertoning waren er minder laaiend enthousiaste reacties. Het begon zeer veelbelovend, met abstracte en indrukwekkende bewegingen, maar het geheel werd een beetje te lang doorgetrokken volgens ons. Ondanks dat gegeven was het wel nog steeds een fantastische voorstelling met zeer goede dansers.
Laat in de avond kwamen we met de hele groep buiten, maar veel tijd om na te praten was er niet, want de dag erna moesten wij allemaal weer om half negen op school zijn… Ik moet toegeven, het was met kleine oogjes, maar het was zeker en vast de moeite waard!
Verslag door Loïs Heirman, foto’s door Fien Meesen.
Geef een reactie